|
|
|
|
|
|
Die Frau
aufrecht stehen: unter sommernächten ohne ende
ist es die eine rundung aus granit. beweg dich nicht
das rosarote licht schiebt sich in die mitte – dein berg
wildes getier ein renntier deine handvoll beeren
sommer hat ihr den schnee tief ins herz gehäuft
sie wetzt die sense scharf am rand der narbe
niemand der davon redet – der sprung im granit
wenn die erde durchsichtig wurde, oder so scheint
und der nullpunkt fällt: das nichts dieses kristalls
ans wasser kommend glühend im fjord zur ebene
einer träne in der fette möwen rumfischen
verrinnen der zeit – löwenzahn in ihrer hand
geschmack von einst wie klare milch – und wie
das dann eingesetzt wird und auswächst zu stein
Übersetzung aus dem Niederländischen: Ard Posthuma
De Vrouw
overeind staan: onder de zonnenachten zonder einde
is het die ene ronding van graniet. beweeg je niet
het roze licht schuift naar het midden toe – je berg
wild gedierte een rendier je handenvol met besjes
de zomer heeft de sneeuw diep in haar hart opgetast
ze slijpt de zeis scherp aan de rand van litteken
niemand praat daarvan – de barst in het graniet
als deze aarde doorzichtig is geworden, zo schijnt
en het nulpunt valt: het simpele niets van dit kristal
tot water komend gloeiend in het fjord tot vlakte
van een traan waar de vette meeuwen in rondvissen
verglijden van tijd – paardebloemen in haar hand
smaak van toen als de heldere melk – en hoe dat
dan ingezet is om te groeien tot het begin van steen
Albertina Soepboer 18.10.2010
|
|
|
|
|
 |
